Aan het Moleneind in Drachten vestigden zich in de 19e eeuw enkele windhoutzaagmolens en een windoliemolen. De oliemolen werd opgetrokken met een hoog oprijzend, vierkant bakstenen onderstuk met taps toelopende muren. Hierop werd de achtkantige bovenbouw met de wieken van de oliemolen geplaatst. In 1893 werd de olieslagerij door brand verwoest. Direct daarna werd het bedrijf weer opgebouwd, waarbij het vierkante molenrestant gehandhaaft bleef. Aan weerszijden van de voormalige molenonderbouw werden nieuwe bedrijfspanden aangebouwd, in traditionele stijl met rondboogvensters. In 1921 werden de bedrijfsgebouwen overgenomen door de ”Nederlandse Balata Industrie”, een rubberfabriek.  Dit bedrijf werd vervolgens  in 1955 overgenomen door de Dunlop-Enerka Rubber Company. In de vijftiger jaren werd op de hoek met de Oliemolenstraat een tweelaags kantoorpand in wederopbouwarchitectuur toegevoegd, en werd het kanaal aan het Moleneind gedempt. De oude fabrieksgebouwen met de molenonderbouw zijn nog steeds in gebruik bij de firma Dunlop-Enerka en vormen een interessant industrieel ensemble, dat de overgang van windkracht naar stoomkracht symboliseert.